top of page

Een bron van inspiratie en nostalgie,

geschiedschrijving en uiting van publieke opinie.

Het nalatenshap van de beschikbare en opgehaalde informatie over onze familienaam.

Gevonden, beschreven, herkend of erkend. Maakt niet uit.

Het is zeker dat deze familienaam en de families in het echt met elkaar verbonden zijn, … als poezie en prosa van overledenen en nabestaanden.

Dit is een eerbetoon aan een allen die zich verbonden voelen, in het echt of buitenechtelijk, met de familienaam ….de Lannoy.

Het ontstaan, verstaan en bestaan van onze familienaam, de Lannoy.

(Foto: Kaya Otrobanda)

In Frankrijk ligt de stad Lannoy du Nord, in Rijssel dicht bij de grens met Belgie. Zoals op de kaart hieronder te zien zijn er vrij wel veel handelaren van de familie de Lannoy gevestigd in Lannoy du Nord of elders in Belgie. Onze roots liggen dus in deze provincies en dorpen. Zie hier de complete kaart.

Koninklijke Familie de Lannoy in Belgie

Op 15 juli 1921 trouwde graaf Paul (1898-1980), ook burgemeester van Anvaing, met H.H. prinses Béatrix de Ligne (1898-1982).

Zij zijn de grootouders van gravin Stéphanie de Lannoy, de echtgenote van prins Willem, erfgroothertog van Luxemburg.

Stephanie is namelijk verwant aan niemand minder dan Anna van Egmont (1533-1558). Zij werd in 1551 de eerste echtgenote van Willem de Zwijger. Anna was de enige dochter van Maximiliaan van Egmont (1509-1548), graaf van Buren en Leerdam, en Françoise de Lannoy.

De laatste speelde een belangrijke rol bij de verbintenis van haar dochter met Willem van Oranje.Bovendien bezorgde ze de Oranjes veel rijkdom. Na de vroegtijdige dood van Anna liet François haar bezittingen na aan de Vader des Vaderlands. Willem van Oranje verkocht deze heerlijkheden vervolgens in 1602 aan een Milanese zakenman.

Ook graaf Philippe de Lannoy zou de traditie van zijn voorouders volgen en diende koningin Elisabeth. Zestien leden van Stephanies voorvaderen werden opgenomen in de Oostenrijkse Orde van het Gulden Vlies, hetgeen uitzonderlijk is binnen één geslacht. De vader van Stéphanie is het huidige hoofd van de familie, en is de eigenaar van het kasteel van Anvaing.

Stéphanie de Lannoy is het achtste kind van graaf Philippe de Lannoy (1922) en jkvr. Alix della Faille de Leverghem (1941-2012).

Zij heeft vier broers en drie zusters. Ze groeide op in het kasteel van Anvaing in de Belgische provincie Henegouwen. Ze ging naar de Nederlandstalige basisschool Sancta Maria in Ronse en zette haar opleiding voort in het Noord-Franse Collège Sainte-Odile en het Brusselse Institut de la Vierge Fidèle.

Op haar achttiende verbleef ze een jaar lang in Moskou, waar ze Russisch studeerde. Vervolgens ging ze germanistiek studeren aan de Université catholique de Louvain. Ze sloot haar studies af in Berlijn met een scriptie over de invloed van de Duitse op de Russische romantiek.

Luxemburg verheugde zich op het huwelijk erfgroothertog Guillaume met de Belgische gravin Stephanie de Lannoy, dat op 19 oktober 2012 plaats vond. En ook in België is men erg trots op het feit dat het land voor de tweede keer een toekomstige groothertogin levert.

Guillaume's grootmoeder, de in 2005 overleden groothertogin Joséphine-Charlotte werd namelijk geboren als prinses van België. Ze was de oudste zus van de huidige Belgische koning Albert. Maar het huwelijk verstevigt ook de banden met Nederland en het Huis van Oranje in het bijzonder.

De Lannoy uit de Slaventijd…het nederlands verhaal

Er was eerder slavernij in Afrika dan op de Caribische plantages en in het zuiden van de Verenigde Staten. Toch worden steevast alleen blanken aangesproken op de slavernij. Gemakshalve vergeet men dat zwarten en kleurlingen soms zelf ook slaven hielden. Niet alleen in Afrika, ook op Curacao, waar menig voormalig slaaf zelf slaafeigenaar werd. In sommige gevallen lijkt het zelfs dat vrije negers vrijwillig voor de slavernij kozen. 

Totaal werden meer dan 100.000 slaven op Curaçao aangevoerd gedurende de zeventiende en achttiende eeuw (zie tabel 1.9). Het zwaartepunt lag in de tweede helft van de zeventiende eeuw; tussen 1662 en 1700 arriveerden iets bijna 69.000 Afrikanen (zie ook tabellen 1.7 en 1.8: tussen 1700 en 1730, de laatste drie decennia van het monopolie van de WIC, kwamen zo’n 19.000 slaven aan en na 1730 gedurende de vrijhandelsperiode nog eens zo’n 11.000 tot 12.000).

Het overgrote deel hiervan werd na kortere of langere tijd weer verscheept naar de naburige koloniën. Een onbekend aantal, maar zeker enkele duizenden, bleef echter op Curaçao, in de eerste instantie om tewerkgesteld te worden op het toenemend aantal plantages die vanaf het eind van de jaren zestig werden aangelegd, zowel door de Compagnie als door particulieren.

De slaven deden zelf mee aan het systeem zoals de negerslaaf Johannes Paulus Rib. Hij was 33 jaar oud toen hij zichzelf in 1842 vrijkocht met het geld dat hij had verdiend als schrijnwerker. 

Zijn voormalige eigenaar, Andries de Lannoy, had Rib een opleiding laten volgen, een niet ongebruikelijke gang van zaken in die tijd op de Antillen. Daardoor kon Rib als vrij man een goed bestaan opbouwen. Twintig jaar na zijn vrijmaking werd Rib zelf plantage-eigenaar: voor 3800 gulden kocht hij de kleine plantage Papaya, inclusief de inventaris van twee slaven, veertig runderen en honderdvijftig schapen. 

Op 1 juli 1863, de dag waarop alle slaven hun vrijheid kregen, had Rib negen slaven en slavinnen in eigendom, een flink aantal, want op dat moment bezat tweederde van de Curacaose slaveneigenaren hooguit vijf slaven. Slechts tien van de 721 eigenaren op het eiland waren in het bezit van honderd of meer slaven.

Zie hier een fotoreportage van 'de Lannoy' familielid Aimée Marie Roxanne geboren op 30 juni 1958.

Bent u geinteresseerd om veel meer te lezen over deze familienaam? Stuur dan een mail met uw vraag. Deel 1 en 2 van Familieboek de Lannoy zullen binnenkort beschikbaar zijn.

bottom of page